Gebed over de gaven

Samen eten en drinken was belangrijk in de prille kerk. Als gemeente samen vierde men de zgn. Liefdemaaltijden. De gaven die rijke gemeenteleden meebrachten werden tijdens zo'n liefdemaal ingezameld door de diakenen en vervolgens verdeeld onder hen die dat nodig hadden. Een klein deel van deze gaven, brood en wijn, werd echter afgezonderd voor de viering van de Maaltijd van de Heer.

Wat aan zo'n avondmaalstafel gebeurt is één groot wonder. Het is een wonder als mensen geven om te delen. Het is een wonder als Jezus brood deelt zodat iedereen genoeg heeft. Het is een wonder als Jezus zijn eigen leven deelt, opdat voor iedereen leven mogelijk wordt.
Tegenwoordig zamelen we 'gewoon' geld in. Dat spreekt een stuk minder tot de verbeelding. Eens te meer hopen we dat ook dit ingezamelde geld op zijn beurt zal vertellen van dat grote wonder van oudsher. En daarom bidden wij zondag aan zondag, met de ingezamelde gaven op de tafel van de Heer, het 'gebed over de gaven'.

Achtste zondag van de herfst (7 november)

Gij, die bewogen bent om mensen

en deelt in hun vreugde en verdriet,

wij danken U

dat Gij bij ons wilt wonen.

Laat de gaven hier op tafel,

vertellen van een open huis,

waarin mensen U mogen loven

en de wereld van dienst kunnen zijn

in vrede en gerechtigheid.